Meer oog voor woonwagenbewoners
foto: Riesjard Schropp
Meer oog voor woonwagenbewoners: beleidskader woonwagen- en staanplaatsenbeleid
Afgelopen 12 juli, precies 100 jaar na de eerste woonwagenwet, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het nieuwe beleidskader voor gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid gepubliceerd. Dit beleidskader geeft aan dat de verantwoordelijkheid van het huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners bij de gemeenten ligt en wat gemonitord zal gaan worden door BZK. Het feit dat de (gemeentelijke) overheid nu daadwerkelijk de regie neemt, is een grote verandering. Hiermee is er een einde gekomen het ‘uitsterf- , afbouw- en bevriesbeleid’ dat de gemeenten tientallen jaren (onterecht) voerden.
Wat betekent dit?
Op dit moment telt Nederland ongeveer 8000 standplaatsen, bewoond door zo’n 40.000 woonwagenbewoners. Volgens Sabina Achterbergh, voorzitter Nederlandse Vereniging van Sinti, Roma en woonwagenbewoners, zou er op dit moment behoefte zijn aan nog eens 7000 standplaatsen om de huidige groep woonwagenzoekenden passende woonruimte te kunnen bieden.
In het nieuwe beleidskader staat dat gemeenten bij het vaststellen van hun lokale woonbeleid meer rekening moeten houden met de wensen van woonwagenbewoners en dienen te zorgen voor voldoende standplaatsen. Met het gelijk behandelen van woonbehoeften van zowel woonwagenbewoners als van andere huurders, hebben woonwagenbewoners eerder kans op een eigen plek.
Voor corporaties betekent dit dat zij hun rol als verhuurder oppakken en zowel standplaatsen als woonwagens zullen gaan verhuren. Daarmee zullen de huurders van woonwagens vanzelfsprekend gebruik kunnen maken van de bestaande rechten en plichten die huurders in Nederland hebben. Inmiddels is de Nederlandse Vereniging van Sinti, Roma en woonwagenbewoners druk doende bewonerscommissies en huurdersorganisaties op te zetten, zodat de woonwagenhuurders hierin optimaal hun weg kunnen (blijven) vinden. Huurdersbelangenorganisaties zullen daarbij goede ondersteuning en advies kunnen bieden.
Een lange adem …
‘Zonder het hebben van een lange adem was dit beleidskader er niet gekomen’, aldus Sabina Achterbergh. Er is 10 jaar lang veel tijd en energie gestoken om dit nieuwe beleidskader voor elkaar te krijgen: er zijn bezoeken gebracht aan onder andere de Tweede kamer en de Raad van Europa, gesprekken gevoerd met zowel de minister, de ombudsman als vele anderen en presentaties gegeven bij de Verenigde Naties. Diverse uitspraken van bijvoorbeeld het College van de Rechten van de Mens, de Unesco en Ecri zijn in dit proces een goede steun in de rug geweest. Uiteindelijk hebben al deze inspanningen geleid tot erkenning en daarmee een volwaardige rol in het bepalen van een goed beleidskader ten behoeve van woonwagenbewoners in Nederland.
Over vijf jaar
Over vijf jaar hoopt Sabina Achterbergh dat de nodige standplaatsen gerealiseerd zullen zijn en er blijvend aan de vraag van woonwagenbewoners naar passende woonruimte voldaan kan worden. Het is haar missie om ervoor te zorgen dat de gemeenten zich aan het beleidskader zullen houden door hier adequaat mee om te gaan. Tevens hoopt zij dat de beeldvorming over woonwagenbewoners positief veranderd is.
Voorlopig houdt zij de vinger stevig en strijdbaar aan de pols!
Monique Zegveld interviewde Sabina Achterbergh, 23 juli 2018